De Zachte Revolutie - La Révolution Douce - The Sweet Revolution

De ontdekking van het Zelf. La découverte du Soi. The discovery of the Self. Voor contact: tom.lams@skynet.be

zondag 31 augustus 2008

Dit is geen poëzie,

dit is geen filosofie,

ik probeer in simpele woorden

te wijzen op wat jij in essentie bent.

Want alles wat je daarover hebt aangenomen

is verkeerd.

Als je al je geloof loslaat,

zal je het vinden.

Mensen denken dat geloof betekent geloven in God

maar iedereen loopt rond met een geloof.

Materialisme wordt nu overal gepredikt.

Laat elk geloof los,

alles wat je hebt aangenomen

over de wereld en over je zelf

is een leugen.

Dat moet ook wel want

wat wel waar is

kan niet verwoord worden.


zaterdag 30 augustus 2008

Er zijn geen externe gebeurtenissen,

alles gebeurt intern.

Je hoofd is als het ware de wereld

en alles wat gebeurt

speelt zich af

in jouw hoofd.

Denk aan een droom:

alles speelt zich ook af in jouw hoofd

niets bestaat echt.

Hoe zou een droom echt invloed kunnen hebben op jou?

Dat kan alleen als je in je droom gelooft,

als je denkt dat hij werkelijkheid is.

We zitten allemaal in de cinema

en soms houden we van de film

en soms niet.

Soms is het een horrorfilm

soms een romantische

altijd komen we er ongeschonden uit.

Jij hebt de kracht,

jij beslist of je je laat beïnvloeden of niet.

Als je je niet laat beïnvloeden

drijf je op een vreemde kracht,

de vreemde kracht

waaruit de hele wereld ontstaan is.

Ontdek ze

en je zal weten waar ik het over heb.

Jij bent die vreemde kracht,

Jij bent de oorsprong van de wereld,

vergeet de big bang

en vergeet God.

vrijdag 29 augustus 2008

Ben je gelukkig?

Dat is de hamvraag.

De meeste mensen zijn gelukkig door iets.

Gelukkig zijn door iets brengt ongeluk.

Gelukkig zijn door niets

dat is het geheim.

Alleen door niets

kan je altijd gelukkig zijn.


Niets menselijks is mij vreemd

maar dat wil nog niet zeggen

dat dat menselijke niet overstegen kan worden.

Dat dat kan

dat is wat ik wil bewijzen.

Er is maar één manier om dit te bewijzen:

Het zelf doen.

donderdag 28 augustus 2008

Hier volgt een langere tekst, die ik een jaar geleden geschreven heb, maar waar ik nog altijd grotendeels achter sta:

De essentie van het lam

Dit boek is niet als andere boeken, al zijn er misschien nog wel boeken die dat beweren. Ik heb mij lang voorbereid om dit boek te schrijven. 35 jaar eigenlijk, mijn huidige leeftijd. Soms wist ik niet meer dat ik mij aan het voorbereiden was op dit boek. Eigenlijk kon ik dat ook maar zeker weten als het boek af zou zijn. Er zijn hele perioden geweest dat ik niet meer geloofde dat er een boek in mij zat dat zich aan het voorbereiden was om eruit te komen.

Waarom ik denk dat de tijd gekomen is om het uit te spuwen?
Ik voel het in mijn tenen.

Waarover gaat dit boek?
Over het lijden en de weg uit het lijden. Al moet ik hier al meteen toegeven dat dit alles al eens gezegd is (door de Boeddha), en al meermaals herhaald door anderen. Het probleem is dat weinig mensen de moeite hebben genomen dit serieus te nemen. Het lijden, daar geloven ze nog wel in, maar de weg uit het lijden lijkt te mooi om waar te zijn. Ze gaan terug over naar de orde van de dag, al lijdend.

Hier volgt dus een nieuwe poging.

Het boek is niet enkel een poging om het lijden bij de lezer te verminderen of zelfs op te lossen maar tegelijkertijd is het een poging om mijn lijden te verminderen of zelfs op te lossen. Laten we zeggen dat ik enkele vorderingen gemaakt heb en dat ik nu wel zeker weet dat het mogelijk is, maar dat ik er ook nog niet ben of toch niet altijd, in elke situatie. Het feit zelf dat we mens zijn, maakt dat er dingen zijn die we nog niet onder de knie hebben. Wat zou het leven ook waard zijn als we alles onder de knie hadden? Een situatie waar we alles weten en alles kunnen, kun je moeilijk avontuurlijk noemen. Het leven zou een saaie boel zijn.

Dit boek probeert een paar aanwijzingen te geven. Het is bedoeld om enkele geheimen te ontsluieren.

Iets belangrijks om te vermelden is dat dit boek waarschijnlijk niet voor iedereen geschikt is, al zijn de basisideeën waarschijnlijk wel universeel. Sommige mensen zullen zo steigeren op de vorm dat de echte inhoud geen toegang vindt.

Velen hebben gezegd dat over deze dingen niet geschreven kan worden, omdat ze per definitie voorbij woorden liggen en dat klopt ook wel. Ik gebruik woorden om de weg te wijzen naar een plaats zonder woorden. Er schuilt een zekere contradictie in. Toch wil ik het doen omdat ik zelf echt wel geholpen ben door andere boeken. Het waren geen stappen die mij linea recta naar “the place to be” gebracht hebben. Het waren richtingaanwijzers die de reis hebben ingekort, ook al ben ik vaak verdwaald (tot in de psychiatrie toe).

Misschien denkt u nu: een boek van een psychiatrische patiënt, nee dank u. En bovendien komt hij dan nog vertellen hoe wij ons leven kunnen verbeteren, hij die met verve heeft getoond hoe het niet moet!

En toch, lieve mensen, vaak komen zij die het verst verdwaald zijn, achteraf terug met de beste kaart van het gebied.

Dus lees verder en oordeel later of lees niet verder en oordeel nu, even goede vrienden. Hiermee komen we meteen bij een eerste punt: als u wilt dat uw lijden ophoudt, is het onmogelijk om er vijanden op na te houden. Dat zijn echt twee dingen die onmogelijk samengaan: vijanden en toch zelf niet lijden.
Ik geef toe dat ik niet met het gemakkelijkste punt begonnen ben. Allemaal hebben we immers nu en dan vijanden, of we nemen mensen waar als onze vijanden. Als we oplettend nagaan wat er in ons omgaat als we “een vijand” zien of als we aan “een vijand” denken, dan is dat onmogelijk een prettig gevoel. De denkfout is dat we dan die andere persoon verantwoordelijk stellen voor dat slechte gevoel in onszelf. We voelen ons slachtoffer van iemand anders want hij/zij heeft dat gedaan of dat niet gedaan. Een eerste les is dat we echt wel zelf verantwoordelijk zijn voor hoe we ons voelen op elk moment.

Dit boek wil wijzen naar een rust en een vrede die door niets of niemand van je afgenomen kan worden tenzij jij het laat gebeuren. Als mensen nu willen opmerken: dat is niet van deze wereld, dan hebben ze volledig gelijk: deze vrede en die rust zijn niet van deze wereld.

Om volledig in te zien dat er geen echte vijanden zijn in dit leven dienen er een aantal andere punten besproken te worden. Het merendeel van onze vijanden in deze tijd zijn eerder psychologische vijanden. Hier is het al gemakkelijker uit te leggen dat, hoewel we vrezen voor een symbolische dood, we niet echt dood gaan door deze vijanden. Een voorbeeld kan zijn iemand die ons beledigt. Van binnen kan dit dan aanvoelen alsof we “vermoord” worden. Ons zelfbeeld, ons ego wordt aangevallen en wij moeten ons verdedigen. Hier is het niet zo moeilijk om aan te tonen dat dit ingebeeld is, dat we niet echt in gevaar zijn. Het is mogelijk om in deze situatie volledig rustig te reageren en dan zien we dat we ongeschonden uit zo’n scheldpartij te voorschijn komen.

Een stap verder zijn vijanden die ons echt willen vermoorden. Dit is een extreem voorbeeld maar daarom ook goed geschikt om te beschouwen. Als we immers kunnen aantonen dat ook die mensen ons niet echt kunnen kwetsen dan zijn ook alle andere vijanden verdwenen als sneeuw voor de zon.

Dat wil daarom nog niet zeggen dat we ons ook maar moeten laten vermoorden of laten beledigen zonder reactie. Dat is een andere kwestie, het gaat erom dat onze innerlijke reactie er geen is van haat. Want haat schaadt vooral onszelf en niet die ander.

Het feit dat onze dood niet raakt aan wat we echt zijn, zullen we pas ervaren als we doodgaan. Nu kunnen we wel al zeggen dat alles waar we ons in het leven aan vastgrijpen vergankelijk is en daarom niet de essentie. Onze auto, ons huis, onze job, en zelfs onze vrouw/man, onze kinderen, ze zijn alle slechts even hier.

Wat is dan wel de essentie van elke mens? Kijk naar binnen: voel je voeten, daar is het, voel je handen, daar is het, die essentie, die energie die zegt dat je leeft, dat is wat je bent, dat gaat nooit voorbij. Niet de handen zelf, niet de voeten zelf, het bewustzijn erin.

Men kan nu misschien opwerpen: maar voor mijn geboorte, was ik er dan wel? Ik weet daar niets meer van, hoe kan het dan dat ik er al was? Om één ding te noemen, eigenlijk was je er al tussen je nul en twee jaar, daar twijfelt niemand aan, en toch weet je ook daar niets meer van. Toch was je al een bewust wezen. Het is dus perfect mogelijk dat je ook voor je geboorte een bewust wezen was zonder dat je je daar nu iets van herinnert. Er zijn mensen die beweren informatie uit vorige levens te hebben. Daar wil ik mij bewust niet mee bezig houden. Ik probeer dit boek echt zo simpel mogelijk te houden. Zonder hocus pocus of paranormale toestanden. Of daar ook waarheid in schuilt laat ik in het midden.

De vergankelijkheid van de dingen inzien is echt wel een belangrijke stap. De baby’s komen in deze wereld en de eerste maanden zijn zij nog in de paradijselijke toestand, behalve dan de lichamelijke ongemakken waar ook zij direct mee te maken krijgen. Vanaf het moment dat ze zelf dingen beginnen vastnemen, gebeurt er iets raars: ze gaan in de wereld op zoek naar zichzelf. Ze vinden iets en dat mag echt om het even wat zijn, een stuk stof, waardeloos in de ogen van de volwassenen. En toch, waag het niet om het af te nemen van de baby of hij/zij begint te kressen. Wat is hier gebeurd? De baby is zich gaan hechten aan iets in de wereld en beschouwt dat als een deel van hemzelf. Als nu iemand dit afneemt, voelt het aan alsof hij/zijzelf kleiner wordt. Als volwassenen zien we in dat dit een illusie is. Toch hebben wij nog steeds diezelfde basisreactie als bijvoorbeeld onze auto gestolen is. Nu zal men misschien zeggen, ja maar de auto is toch van een heel andere orde: die is duur, daar hebben we voor gewerkt, het kost heel wat tijd en moeite om er een nieuwe te kopen. Toch is het een illusie dat wij kleiner zijn geworden zonder die auto.

Niets in de wereld buiten ons kan ons groter maken en niets in de wereld buiten ons kan ons kleiner maken.

Iemand met heel veel bezittingen speelt ze allemaal kwijt bij zijn dood, dat zal niemand betwisten. De Egyptenaren staken bij de rijke doden een deel van hun bezittingen mee in de kist. Dachten ze nu echt dat een lijk daar iets aan zou hebben?

We verzamelen dingen om ze later weer af te geven dat dienen we ten volle te beseffen. Het zou dan ook wijzer zijn om nu al afscheid te nemen van alles, bij manier van spreken. Dit hoeft niet letterlijk te gebeuren. Je hoeft je auto niet in de gracht te rijden. Je neemt vandaag al figuurlijk afscheid. Je verbreekt de verbinding binnen in je. Je gebruikt hem elke dag en je neemt elke dag afscheid. En als hij kapot is of zelfs als iemand hem steelt zal dat je dag niet bederven. Je neemt gewoon de stappen die andere mensen ook nemen als hun auto kapot of gestolen is maar zonder de ergernis.

Het feit dat je hard hebt gewerkt om de auto te kopen is alleen erg als je dat werk hebt gedaan tegen je zin. Tegen je zin werken om later iets te kunnen kopen is zelden een goede tactiek. In feite zou je niets moeten doen tegen je zin. Dit klinkt nu wel heel extreem en moeilijk uitvoerbaar in deze wereld en toch zit er veel waarheid in. Er zijn natuurlijk twee manieren om iets niet tegen je zin te doen: ten eerste iets tegen je zin niet doen, maar er is er een tweede die eigenlijk veel belangrijker is en dat is je tegenzin tegen bepaald werk te laten varen. Ik hoor iedereen al zeggen: hoe moeten we dat dan doen? Er is geen methode voor, geen handleiding zoals voor de bediening van je wasmachine. Ik kan alleen de toestand omschrijven waarin je bijna alle werk met plezier of toch zonder tegenzin kunt uitvoeren. In deze toestand ben je volledig aanwezig en je onthoudt je van gedachten die de realiteit zoals deze zich voordoet, verwerpen. Het is namelijk een feit dat de realiteit zoals deze zich voordoet, is zoals ze is. De innerlijke keuze om je daar tegen te verzetten veroorzaakt enkel lijden. Mensen denken vaak dat het nodig is om zich te verzetten, dat je anders een plant bent. Het geheim is mee te gaan met de situatie en zo de situatie te veranderen. Ik heb het hier enkel over je innerlijke toestand, niet over wat je doet, je acties. Het is perfect mogelijk dat het voor andere mensen lijkt alsof je je verzet, terwijl je vanbinnen volledig één bent en in harmonie.

Mensen denken vaak: ik zal gelukkig zijn als dat en dat gebeurt in de toekomst. Zelden laten ze toe dat ze nu gelukkig zijn. En dat terwijl gelukkig zijn wel degelijk onze natuurlijke toestand is. Veel mensen in deze wereld zal dat raar in de oren klinken. Ik herhaal het nog eens: Gelukkig zijn is onze natuurlijke toestand.

Het is vreemd hoe vaak per dag we ervoor kiezen deze natuurlijke toestand te verlaten. Het is niet God die ons heeft verdreven uit de tuin van Eden. We doen het zelf op elk moment waarop we ons verzetten tegen wat is. Wat is nu juist die tuin van Eden? Met een woordspelletje zouden we kunnen zeggen dat het de tuin van Heden is. De tuin waar alleen het heden telt en waarin het heden verwelkomd wordt, niet verworpen.

Eén van de grote problemen die maken dat we niet in het heden leven is de hypertrofie en de hyperidentificatie met ons denken. Het is bij veel mensen een maalstroom waar ze niet meer kunnen uitstappen: de ene gedachte geeft aanleiding tot de volgende in een nooit eindigende spiraal. Ik wil hier geen pleidooi houden voor een soort anti-intellectualisme. Denken, het trainen van denken daar is niets mis mee. We moeten er enkel uitstappen op regelmatige tijdstippen. We moeten inzien dat wij niet deze gedachtenstroom zijn. De gedachtenstroom doet zich voor aan ons. Zoals een koe in de wei naar een voorbijrijdende trein kijkt, zo zouden we ook onze gedachten moeten beschouwen.

Opnieuw kan men vragen hoe moeten we dat doen? Het afstand nemen van onze gedachten begint met in te zien dat ze niet zo belangrijk zijn als we dachten. Ze zijn relatief, ze zijn vaak verkeerd, gekleurd door onze eigen beperkte ervaringen, ze leiden niet tot de “waarheid”. Ik ga niet proberen uit te leggen wat de waarheid is. Ik weet ook niet wat de waarheid is. Ik weet wel dat de waarheid voorbij woorden ligt en dus ook voorbij onze gedachten.

Mensen die echt opgaan in hun gedachten, gaan in psychose, zoals de psychiaters dat noemen. Een toestand waar er zoveel gedachten opduiken dat ze meer aandacht opeisen dan de buitenwereld. De patiënt is niet meer in staat afstand te nemen van deze gedachten. Hierdoor wordt functioneren zoals een “normaal” mens dat doet, onmogelijk. Deze toestand is enkel een uitvergroting van een ziekte waar bijna iedereen aan lijdt.

Een klassieke manier om de gedachtenstroom rustiger te laten worden is stilte. Stilte is nog weinig te vinden in deze wereld vol rumoer. Uiterlijke stilte kan helpen. Het is echter ook mogelijk stilte te vinden in het rumoer. Je stapt in zekere zin uit de wereld. Je bent nog in de wereld maar niet meer van de wereld zoals onze vriend Jezus zou zeggen.


Niet van de wereld zijn, is inzien hoe vergankelijk alles is. Hoe wat naar boven gaat, ook terug naar beneden moet gaan. Hoe echt geluk gewoon simpel in ons zit en niet veroorzaakt wordt door iets externs. Als we aandachtig kijken naar wat ons gelukkig maakt, zien we dat dit vaak kleine dingen zijn. Een boterham kan er al voor zorgen. “Geluk zit in kleine dingen” is een vaak gehoorde uitspraak. Het is ook waar. Wie dit echt beleeft is ook vaak gelukkig want de kleine dingen zijn overal te vinden. En eigenlijk zijn het niet echt die dingen die ons geluk veroorzaken, het is onze reactie erop. Dit is gemakkelijk aan te tonen: indien het wel het geval was, zou iedereen gelukkig worden door die boterham en dat is duidelijk niet het geval.

Aandacht geven aan de tintelingen in je voeten die zeggen dat je leeft kan helpen. Dit is een aanbeveling van Eckhart Tolle. Het helpt je om uit je gedachten te stappen en in het heden. Want dat gevoel vindt nu plaats.

Het is ook belangrijk op te houden met alles in te delen in goed en kwaad. De geboorte van een kind is goed, de dood van een bejaarde is slecht. En waarom is de geboorte dan zo goed als je zeker weet dat de dood erop zal volgen? Het leven dient totaal omarmd te worden met alles erop en eraan, de hoogtes en de laagtes, de vrede en de crisissen. Het is ook niet zo zeker dat iets wat op het eerste zicht slecht lijkt ook echt slecht is. We hebben nooit het totaalbeeld en dus is het voor ons kleine mensen onmogelijk om ons oordeel te vellen. Jezus vatte dit mooi samen door te stellen: Niet mijn wil, maar de uwe geschiede. Je hoeft niet zo ver te gaan en in god te geloven om in te zien dat wij zelf bitter weinig invloed hebben op wat er gebeurt. Onze vrouw/man kan ons verlaten, we kunnen een kind verliezen. We staan naakt en kwetsbaar in deze wereld. En toch is er altijd dat gevoel binnenin dat ons draagt wat er ook gebeurt. De kunst is om je je daarvoor open te stellen, ook in de moeilijkste omstandigheden, ook in omstandigheden die voor de buitenwereld onoverkomelijk lijken.

Het mag vreemd lijken dat juist de mensen die te maken krijgen met de grootste rampen, vaak religieuzer worden nadien. Je zou denken dat juist zij zich kwaad afkeren van God. In sommige gevallen gebeurt dit natuurlijk ook maar vaak niet. De verklaring is te vinden in het feit dat zij bij dat grote verlies of verdriet toch een kracht voelden binnenin. Ze vragen zich dan af: hoe is het mogelijk dat ik zo sterk ben onder zo’n verdriet? En ze zien in dat die kracht niet komt van hun eigen kleine zelf maar van iets universeels, de levenskracht zelf.

Het is verhelderend als we kijken naar de afkomst van het woord religie: het komt van het Latijnse woord religere wat opnieuw verbinden betekent. Religie is het ons opnieuw verbinden met de universele levenskracht.

Het belangrijkste is alles los te laten en dan zien wat er overblijft. Al onze gedachten, ze zijn niet belangrijk. Alles onze verwezenlijkingen, ze zijn niet wat we wezenlijk zijn en dat wat we wezenlijk zijn is veel belangrijker.

Succes is mooi, winnen is mooi maar winnen betekent ook dat iemand anders verliest. Echt succes creëert enkel winnaars. Gelijkheid is een begrip waar het ego niet mee overweg kan. Het ego voelt zich of beter dan iemand anders of slechter. Evenwaardigheid staat niet in zijn woordenboek. En toch is dat wat we zijn: evenwaardig. De ene heeft natuurlijk meer talent dan iemand anders maar ook talent is vergankelijk. Hij heeft dus enkel tijdelijk meer dan iemand anders. Waar is iemands talent als hij/zij Alzheimer heeft? Het is vervlogen met de zon. Men kan ook niet zeggen dat je talent van jou en van jou alleen is en dat je dat zelf hebt verdiend. Het is je gegeven. Zoals het Engels woord zegt: “gifted”. Je talent is niet van jou. Het staat een tijdje tot jou beschikking. Dit ten volle beseffen zorgt vanzelf voor bescheidenheid.

We kunnen nog een stap verder gaan. Dat jij een onafhankelijke, afgescheiden entiteit zou zijn, is een illusie. Er gaan duizenden processen in je om waar je niets van afweet. Loopt er iets fout met één van deze processen dan is het binnen de kortste keren afgelopen met jou. Je bent volledig afhankelijk van allerlei evenwichten en chemische reacties en volledig afhankelijk van lucht om te ademen om maar iets te noemen. Het is heel vreemd dat mensen zich als iets los van al het andere beschouwen. Om het kernachtig uit te drukken (ik heb dit gepikt maar ik weet niet meer waar): het is niet jij die een leven hebt, het leven heeft een jou.

Het is door die jou te laten oplossen dat jij één wordt met het leven. In zekere zin is dit de toestand waar de dieren in leven. Ze gaan mee met de levensstroom. De kat wil geen hond zijn. Het is de mens die altijd iets anders wil zijn. Daarmee wil ik niet zeggen dat we terug dier moeten worden, dat zou al te stom zijn. Maar dit is iets waardevols dat we verloren hebben door het mens worden. Door het mens worden, door het eten van de appel van de boom van goed en kwaad zijn we verstoten uit het paradijs. Het goede nieuws is dat er een weg terug is. De weg terug is: ophouden met zoeken naar iets anders dan wat er nu is.

De weg terug naar huis, die iedereen op deze aarde zoekt. Sommigen zoeken het in drugs, sommigen in geld, weinigen zoeken het waar het zit: vanbinnen. Het zit van binnen, zoals Clouseau zingt.

Ik zal niet zeggen dat je lichaam niets nodig heeft om te overleven. Het is duidelijk dat het van alles nodig heeft. Het rare is dat hier in het Westen 80% van de mensen alles tot hun beschikking hebben dat het lichaam nodig heeft. Ze hoeven maar naar de supermarkt op de hoek te lopen. En toch hebben ze het gevoel dat ze nog veel meer nodig hebben vóór ze gelukkig kunnen zijn. En als ze dat dan hebben, nog meer. Alleen ego’s redeneren zo: ik heb nu te weinig, ik wil meer, om dan even tevreden te zijn, maar al snel is ook dat niet genoeg. Het ego kijkt rond en zoekt redenen om niet gelukkig te zijn en je kunt er zeker van zijn dat het er ook overal vindt. Op dezelfde manier zie je overal redenen om gelukkig te zijn als je kijkt terwijl je ego is vervlogen.

Wat is juist dat ego, dat ik nu al een paar keer vermeld heb? Het is het ego dat zich beter voelt dan andere mensen, het is het ego dat zich slechter voelt dan andere mensen. Het is het ego dat zich constant bedreigd voelt in deze boze wereld en daarom probeert zich te verschansen. Het werpt verdedigingen op en dreigt dat als we dat niet doen, we vernietigd zullen worden. Het ego is die illusoire identiteit die we voor onszelf geschapen hebben, die afgescheiden is van de rest van de wereld en daarom constant in levensgevaar verkeert. Het is het ego dat bang is van de dood, letterlijk maar ook figuurlijk. Het is het ego dat nooit tevreden is, nooit tevreden kan zijn of alleen kortstondig als het krijgt wat het eist. Als een kind jengelt het naar een ijsje, om na het ijsje te zagen voor een pannenkoek.

Het ego heeft ook reden om bang te zijn voor de dood, want bij de dood gaat het ook dood. Je kleine identiteit gaat eraan. Wat je verzameld hebt, je vrouw, je vrienden, je laat ze achter. Het geheim is deze dood te laten plaatsvinden vóór je eigenlijke fysieke dood. Om dan te ontdekken dat de dood niet bestaat. Eens één met het leven, leef je eeuwig.

Dit alles is reeds beschreven. Dit is wat bedoeld wordt met wedergeboorte. Dit bedoelde Jezus wanneer hij zei: wie in mij gelooft zal de dood nooit tegenkomen.

De kruisdood is een krachtig symbool. Jezus’ lichaam gaat eraan maar niets is verloren. “Schept moed want ik heb het leven overwonnen.” Het leven overwinnen kan alleen betekenen dat je kleine zelf is doodgegaan.

Spijtig genoeg heeft de wereld hier zoveel garen rond gesponnen dat het niet zo gemakkelijk is om de essentie van het Christendom terug te vinden. Het is duidelijk dat het niet deze boodschap is die de kerk aan het verspreiden is. Voor hen is Jezus de zoon van God en niemand anders. Ik weet honderd procent zeker dat Jezus dit nooit zou beweren over zichzelf en als hij dat wel zou doen, zou hij zich vergissen.

We zijn allemaal zonen en dochters van God. Gelijkwaardig. Al zal de één juist die gelijkwaardigheid beter begrijpen dan een ander. Is hij daarom meer waard? Het is duidelijk dat dit niet het geval is, als hij dat denkt, heeft hij er juist niets van begrepen.

De heilige drievuldigheid kunnen we ook in deze optiek bekijken: de zoon is het ego, het kleine deel dat denkt apart te staan, de vader is het geheel, de heilige geest is het leven wat we voelen in onze handen en voeten, de verbinding tussen de vader en de zoon.

Het Christendom dient eigenlijk terug gebracht te worden naar de uitspraken van Jezus. Als ze dan toch vinden dat hij de belangrijkste figuur was. Wanneer we die bestuderen zien we dat Jezus een soort innerlijke omwenteling heeft ondergaan. Daarvan heeft hij dan getuigenis afgelegd. Al de rest is onzin en verzinsels van mensen die er niets van begrepen.

Deze omwenteling is beschikbaar voor iedereen. Ook dat heeft Jezus zelf vaak benadrukt. Omwenteling is misschien niet het ideale woord omdat dat iets plots en onomkeerbaar betekent. Dit kan ook gradueel gebeuren. Je kan in deze toestand komen en er weer uit gaan om er dan langer en langer in te blijven. Waarschijnlijk was dit bij Jezus zelf ook het geval omdat we ook bij hem soms woorden van twijfel vinden en momenten dat hij zich wou terugtrekken om weer op kracht te komen.

Waarschijnlijk kent ook iedereen deze momenten van genade. Sommige zullen misschien bang worden van de rust die ze op zo’n moment voelen en ze lopen er bewust weer van weg. Ze verkiezen opgeslorpt te worden door activiteiten omdat ze deze toestand verwarren met de dood. Eigenlijk borrelt daar het echte leven op. De plaats waar je het gevoel hebt niemand te zijn. Daar ben je ook alles.

Het is mogelijk in deze toestand je dagelijkse activiteiten uit te voeren, vaak gaat dit zelfs beter dan voorheen. Stress treedt misschien nog wel op bij een belangrijke taak, maar ze blijft aan de buitenkant, ze helpt je zelfs om je taak uit te voeren, ze geeft je de nodige energie, je wordt er niet meer door verlamd want je weet dat jij gered bent. Je weet nu dat je eigenlijk altijd al gered was, zonder dat je dat wist.

Soms val je misschien nog wel uit deze toestand, dat is niet erg, je neemt het waar in jezelf als het gebeurt en je kent de figuurlijke weg terug. Je stapt uit je gedachten, je voelt je lichaam, je geeft je verzet op, je laat los, je geeft je over aan het leven zoals het zich voordoet.

Iedereen kan natuurlijk vrij kiezen om deze weg te nemen of te laten. Vaak zijn het mensen die grote problemen tegenkomen in het leven die deze uitweg vinden. “Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk Gods binnen te gaan.” Waarom is dat zo moeilijk voor een rijke? Hij heeft zoveel waar hij zich aan hecht in dit leven, zoveel bezittingen, hij vindt (voorlopig) nog zoveel bevrediging in de materiële wereld dat dit opgeven geen optie is. Ik heb het hier niet over het echt opgeven van rijkdom, het door de ramen en deuren gooien van je geld. Het gaat erom dat je ten volle beseft hoe bijkomstig dat eigenlijk is. Het is best mogelijk dat een rijk man deze toestand wel vindt, maar op dat moment zit hij niet meer vast aan zijn geld. Als hij het verliest, zou hij nog gelukkig zijn.

Ik spreek nu wel over gelukkig zijn maar misschien begrijpt niet iedereen daar hetzelfde onder. Het gaat hier om hier om een zeer rustig, vredig basisgevoel, niet over iets wilds, het is geen emotioneel gelukkig zijn. Al kunnen die emoties ook optreden bovenop dat basisgevoel. Emoties zijn echter steeds voorbijgaand, dit basisgevoel blijft, of het staat toch altijd tot onze beschikking als we ons er voor openstellen. Het is duidelijk dat we in er in bepaalde omstandigheden gemakkelijker toegang toe hebben dan in andere. Toch zullen we misschien tot onze verbazing merken dat tegenslagen het kan intensifiëren in plaats van verminderen. Juist bij tegenslagen is het uiterst belangrijk om in contact te blijven met het geheel en niet verloren te lopen in een verzetstoestand. Na een tijdje zal het je misschien verbazen hoe je in staat bent rustig te blijven, in situaties die je voordien in alle staten brachten.

Misschien is ook het woord gevoel slecht gekozen. Uiteindelijk zijn alle woorden slecht gekozen, zoals je ook geen woorden kan plakken op de smaak van suiker. Je moet het proeven.

“Waarom zouden we ons bezig moeten houden met wat u beschrijft?” kunt u zich misschien afvragen. Er zijn verschillende redenen. Hebt u toevallig onlangs nog naar het nieuws gekeken? Daar zien we elke dag wat ego’s uitrichten. Het is vreemd hoe deze collectieve waanzin doorgaat voor normaal. Landen vallen landen aan en beide beweren ze dat het is om zich te verdedigen. Een bepaald land valt een ander land zelfs preventief aan, omdat het denkt aangevallen te zullen worden. Het is al zolang bezig dat we ons er bij neerleggen en denken dat het erbij hoort. Het is zeer belangrijk om te beseffen: Er is een andere manier. We zouden het elke dag moeten herhalen: Er is een andere manier!

De tweede kleinschalige reden - die mensen misschien eerder interesseert - is het einde of de vermindering van hun lijden. Maar eigenlijk gaan de twee hand in hand. Ook op persoonlijk vlak is deze wereld er één van aanvallen en verdedigen en preventief aanvallen, alsof er geen andere manier is.

Er zijn natuurlijk lichtpunten, mensen hebben noties van de andere weg. Indien dit niet het geval was, was deze wereld niet meer. Mensen ervaren wat er gebeurt in hen als ze vergeven. Hoe een zware last plots weggenomen wordt, als ze iets niet meer kwalijk nemen. Het is mogelijk om niets nog kwalijk te nemen. Daarmee wil ik niet zeggen dat moordenaars niet opgesloten worden. Ze dienen wel degelijk opgesloten te worden, misschien niet voor altijd, dat dient geval per geval bekeken te worden, zoals reeds gebeurt. Het verschil zit in de veroordeling. “Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.” En iedereen ging naar huis…

We zijn allen in staat tot moord, dat zeggen ook de experts terzake. Iedereen kent het gevoel iemand te willen vermoorden. Gelukkig neemt niet iedereen dan ook de stap om het te doen. Maar het is zeer gemakkelijk om neer te kijken en te zeggen: “Kijk wat voor een monster” en zichzelf dan goed te voelen omdat wij zoiets natuurlijk nooit zouden doen. Ben je daar wel echt zeker van? Ken je de omstandigheden waarin de moordenaar heeft gehandeld? Om maar iets te noemen.

Geen vijanden hebben betekent geen één vijand hebben. Als je één iemand je vergeving onthoudt, onthou je ze ook jezelf. “Je zult geoordeeld worden, zoals jij oordeelt”. Zal niet iedereen die deze waarheid inziet, mild worden? Hij/Zij zou zot zijn, moest hij dat niet doen. Spijtig genoeg zijn we vaak zot.

Hoe komt het dat we geoordeeld zullen worden, zoals we zelf oordelen? Op het moment dat we oordelen over iemand, scheppen we genoegen in het feit dat wij beter zijn dan iemand anders, dat we meer waard zijn. Dat feit is een leugen. Die leugen zal vroeg of laat aan het licht komen, als wij, in een gelijkaardige situatie, handelen zoals de persoon die wij veroordelen, handelde. We zullen dan zelf oordelen over ons zelf. Het is niet de grote God hierboven die dat zal doen.

Is het belangrijk wanneer we dit alles beseffen? Eigenlijk niet. Wie het het laatst vindt, zal even zeer beloond worden als wie het het eerste vond. Daarover gaat de parabel van de mensen die ’s morgens waren beginnen plukken en zij die pas ’s middags waren beginnen plukken. Die laatste werden evenveel betaald als zij die van ’s morgens waren beginnen werken. De mensen die de hele dag gewerkt hadden protesteerden natuurlijk. Maar door God - om het woord dan toch maar te gebruiken - worden we op het einde der tijden allemaal evenzeer beloond. Jawel Dutroux ook, jawel Hitler ook.

Vanuit het standpunt van de wereld zou het wel beter zijn om niet al te lang meer te wachten, kwestie van de wereld en “life as we know it” niet te vernietigen.

Mens zijn betekent per definitie met dit alles in de knoop liggen. Niemand op deze wereld is geheel vrij van deze problematiek. Ook niet de guru’s die beweren volledig verlicht te zijn. Het is vrij zeker dat ze weten waar de klok hangt, maar niet zo zeker dat ze hem altijd horen luiden. Zij hebben het vaak extra moeilijk om niet toe te geven aan het gevoel dat zij speciaal zijn omdat er juist zoveel volgelingen geloven dat ze speciaal zijn.

Het beseffen is een eerste stap. Eruit stappen is een logische volgende. Al zal dit vrijwel zeker met vallen en opstaan gaan. Soms meer vallen dan opstaan. Niet erg, wees ook mild voor jezelf. Het rare van deze boodschap is dat ze heel simpel is. Ze kan in een paar woorden samengevat worden: “Bemin je naaste als jezelf.” Het moeilijke is de praktijk.

Ons denken aanvaardt deze boodschap niet, ze kan er niet mee overweg. Ze is vreemd aan al haar redeneringen: bemin je naaste? Ja maar, hij/zij heeft dat gedaan. Bemin jezelf? Ja maar, ik heb dat gedaan.
Alleen buiten ons verstand begrijpen we wat er ermee bedoeld wordt. Er is geen mij dat beschermd moet worden tegen een jij. Er is slechts één. Het leven.

“Wie geeft aan een arme, geeft aan mij.” Jezus was zich ten volle bewust van die eenheid. Hij gaat nog verder “Kijk onder een steen, daar ben ik.” Ook wat voor ons denken dode levensloze dingen lijken, maakt deel uit van die eenheid. Het is genoegzaam bekend dat wat wij beschouwen als iets vast eigenlijk vol beweging en vibratie zit. Elke fysicus zal u dat bevestigen. Wij hebben de optische illusie dat er zoiets bestaat als vaste levensloze objecten. Het is een handige illusie omdat ze ons helpt om te functioneren in deze wereld maar het is en blijft een illusie. Het lijkt zo, maar het is niet zo.

De protonen, neutronen en elektronen draaien en spinnen dat het een lieve lust is. Als in een kosmische dans. Niemand kan ongevoelig blijven als hij dat ten volle beseft. Het is wel degelijk een mysterie. Op het moment dat we niet meer voelen dat het leven een fascinerend mysterie is, op dat moment hebben we het contact met “de waarheid” verloren. Want de waarheid is wel degelijk dat we in een fascinerend spektakel terecht gekomen zijn. Waarschijnlijk zaten we er altijd al in. Dat jij er nu deel van uit maakt als mens, betekent dat je er altijd deel van uit gemaakt hebt en altijd deel van uit zal maken tot in de eeuwigheid om een groot woord te gebruiken.

Er dient niets anders van het leven begrepen te worden dan dit: het is een mysterie. We dienen niet te proberen het te begrijpen. Dat levert enkel antwoorden op die nieuwe vragen oproepen in een nooit eindigende spiraal. Bijna elk wetenschappelijk artikel eindigt met dat en dat dient nog onderzocht te worden. Denken ze nu echt dat ze er ooit zullen komen? De wetenschap heeft veel bereikt om de wereld naar onze hand te zetten maar ze heeft ons geen stap dichter bij het begrijpen van het leven gebracht. En waarom? Omdat het niet door het denken is, dat we er iets van zullen begrijpen. Eens uit het denken gestapt, komen er ook geen antwoorden maar het zijn de vragen zelf die verdwijnen. De behoefte om als kleine mens alles te begrijpen, verdwijnt en we genieten van het spektakel. Dat volstaat ruimschoots voor ons. Er valt niets te begrijpen aan het leven. Het leven gaat zijn gang. Het leven draagt ons op onze weg.

Het is het ego dat ervan droomt de plaats van God in te nemen. Met de genetische manipulatie en de ontwikkeling van het klonen denken we dat we daarin bijna geslaagd zijn. Wat is het verschil tussen een kloon maken en een kind maken? Okee, een kloon zal hetzelfde genetische materiaal hebben als de ouder. En dan? Een tweede lichaam met hetzelfde genetische materiaal komt ter wereld. Met ongetwijfeld gelijkaardige problemen die zullen volgen. Ook van de perfectionering van ons genetisch materiaal valt weinig heil te verwachten: hoe perfect het genetisch materiaal ook is, altijd is er die mogelijkheid om in de val van “ik ben beter dan de rest” te vallen. Misschien nog meer als men die wezens vertelt dat ze beter genetisch materiaal hebben dan de rest.

Wat we nodig hebben is een andere manier van zijn en ik denk niet dat die genetisch bepaald is. Deze manier van zijn ligt voor iedereen ter beschikking. Men gaat ervoor als men er de noodzaak van inziet.

“Zoekt en gij zult vinden.” zei Jezus. Op een bepaalde manier klopt dit niet want door het zoeken duw je het eigenlijk weg. En toch, is dit ook ergens waar. Want als je oprecht op zoek gaat, vallen de dingen uiteindelijk op hun plaats. Dan laat je de zoektocht vallen en je weet dat je thuis bent. Het paradoxale is dat je dan ook ziet dat je al thuis was. Was de zoektocht dan overbodig? Nee, door de zoektocht komt het volle besef. Zonder zoektocht is het alsof je naar een bergtop gaat met de skilift. Je zal veel meer van het uitzicht genieten als je de wandeling naar boven zelf gemaakt hebt. Al loopt elke vergelijking mank.

Wat betekent het dat je al thuis was? Je bent altijd thuis, het is onmogelijk om je verbinding met het geheel te verbreken. Het enige wat kan gebeuren is dat wij door verzet die eenheid niet ervaren. Dan voelt het alsof we afgescheiden en kwetsbaar zijn. De uiteindelijke realiteit is dat dit onmogelijk is. Er is geen uitweg. Waarom dan niet ontspannen en genieten van de reis?

Mensen sleuren lasten mee die geen enkel nut hebben. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen is een wijze uitspraak, die ook weer niet zo gemakkelijk in de praktijk te brengen is. Eigenlijk moet je nog verder gaan elke minuut heeft genoeg aan zijn eigen zorgen. Zorgen zijn eigenlijk heel verslavend. Soms cultiveren we ze bewust. Mensen die iemand dierbaar hebben verloren, willen de zorgen niet loslaten omdat ze zo proberen de verdwenen persoon bij zich te houden. Het zou voor hen verkeerd voelen zich goed te voelen. Denken ze dat dat is wat de overleden persoon gewild zou hebben?

Men zou eens goed moeten observeren hoe dat mechanisme in ons te werk gaat. Hoe we zelf extra energie stoppen in onze zorgen, hoe we ze versterken, hoe we ze niet durven los te laten. We kennen ze zo goed. We zouden onszelf niet meer kennen zonder de zorgen. Het is waar dat het in het begin vreemd kan aanvoelen als we zorgen loslaten. Kan dit wel dat ik mij in deze situatie rustig voel? Mag ik dit wel voelen? De zorgen zullen proberen terug binnen te kruipen. Ze kloppen aan de deur: laat me erin, ik hoor bij jou. Als we daar niet aan toegeven, treden we een nieuwe wereld binnen. Een zorgeloze. Dit is een vreemde boodschap omdat bijna niemand inziet dat dit kan. Ze vinden misschien dat dit niet menselijk is. Ik vraag me dan altijd af wat ze onder menselijk verstaan. Gebukt onder de zorgen zelfmoord plegen is dan misschien wel menselijk in de ogen van deze mensen.

“Be perfect as thy father in heaven.” zei Jezus. Wie geeft gehoor aan deze oproep? De christenen zelf proberen het misschien op een bepaalde manier. Maar geforceerd proberen perfect te zijn, is misschien zelfs gevaarlijker dan het niet te proberen. “Perfect” zijn, is enkel mogelijk als de aandrang zelf om het niet te zijn, niet in je opkomt. Als er een omwenteling in jezelf heeft plaatsgevonden. Anders zal je er een zekere tijd in slagen. Je drukt je ego dan als het ware weg, je snoert het de mond telkens als het opduikt. Op die manier wacht het gewoon zijn kans af, om dan in volle kracht (de kracht die het heeft gekregen door jouw onderdrukking ervan) terug te slaan. Het helpt niet om als iemand je ergert, je zelf wijs te maken dat dit niet het geval is, omdat dat niet hoort als christen. In de toestand waar ik het over heb, zal zelfs die persoon, je niet ergeren. Dit wil weer niet zeggen dat je op niets moet reageren. Je reactie kan exact dezelfde zijn. Innerlijk zal er echter geen irritatie zijn.

We kennen allemaal de voorbeelden van het geforceerd proberen perfect te zijn. Bijna altijd draait dit uit op schijnheilig zijn. Predikanten die zelf uithalen wat ze verbieden aan anderen is er een voorbeeld van. We zouden bijna kunnen zeggen dat dit een karaktertrek is van de Christenen. Al zijn er ook hier natuurlijk veel uitzonderingen. Maar ze horen dat ze goed moeten zijn voor andere mensen, en hop ze beginnen er meteen mee zonder naar binnen te kijken en te zien of dat ook is wat ze in hun binnenste willen. Dit wreekt zich vroeg of laat. En dan vragen ze zich af: maar ik heb toch altijd goed gedaan voor andere mensen, dit verdien ik toch niet? Het is beter niets te doen dan geforceerd goed te doen voor iemand.

Jezus heeft het in de eerste plaats over je innerlijke toestand, daden kunnen daaruit volgen maar dat hoeft niet. Daden zonder deze innerlijke toestand is de wagen voor het paard spannen.

Het ego staat misschien even toe (hoewel tegen zijn zin) dat je iets doet voor iemand anders maar het zal dit meteen opeisen en in rekening brengen: ik heb toen dat voor jou gedaan. In de toestand waar ik het over heb, eis je niets meer op. Je ziet in dat alles je gegeven is. Zelfs een boek dat je schrijft is je gegeven. Zoals dit boek hier aan mij. Je lichaam zelf is je gegeven en je hersenen. Wie zal beweren dat dit niet zo is? Hoe kan dan een boek dat komt uit die hersenen van jou zijn? De ultieme waarheid is dat die jij, die je denkt te zijn, niet bestaat. Hij bestaat alleen in je dromen. Word dan nu wakker, het was enkel een boze droom. Een droom waarin je dacht dat je afgescheiden was van de rest van het heelal. Je voelde je kwetsbaar, je wilde je ten allen prijzen verdedigen, niet ten onder gaan. Laat je nu ten onder gaan en zie: er is niets verloren.

Er is wel degelijk leven zonder ego. Het ego aan het roer van je boot is een garantie op schipbreuk. En voor je schipbreuk heb je ook nog een aantal andere boten doen zinken en bij nog meer andere heb je geprobeerd ze te doen zinken.

Er is geen gevaar op komst als je je verdediging laat vallen (vrij naar De cursus in wonderen). Het gevaar zit in de wallen die je opwerpt tegen het leven. Zoals iemand met een grote villa er een hek zou rond zetten met een camera en een alarm, terwijl de villa eigenlijk leeg is. Maar dat wil de eigenaar niet onder ogen zien.

Niks opeisen voor je zelf, geen auteursrecht aanvragen voor je daden, is een moeilijke zaak. Bezit is nochtans een vrij artificieel gegeven. Het ego houdt er zielsveel van. Mijn auto, mijn geld, mijn huis. Van wie is de maan? Nu klinkt die vraag misschien nog raar. Amerika is echter in staat de maan voor zich in te palmen en dan te zeggen de maan is van ons. Ze moeten er zelfs niet voor betalen, want aan wie zouden ze dat dan moeten doen? Vanaf nu moet iedereen die op de maan komt aan ons betalen.

Het is raar dat deze wereld die boordevol rijkdom zit toch arme mensen creëert. Dit moet echt een basisidee zijn waar de meerderheid mee akkoord gaat. Vaak hoor je werkende mensen klagen dat zij moeten werken voor de niet werkende mensen. Thuiszitten zonder iets te doen, is echt niet zo gemakkelijk als het lijkt. Alleen gevorderden slagen er op deze manier in gelukkig te blijven. Werken is heilzaam. Als we bezig zijn vergeten we ons ego. Als we thuis zitten niksen, zal het ons langs alle kanten toe schreeuwen: ik verveel mij. Eigenlijk moeten we niets doen om gelukkig te zijn maar slechts weinigen slagen erin om gelukkig te blijven terwijl ze lange tijd niets doen.

In het algemeen moeten we ons niet teveel met anderen hun situatie bezighouden, en ze al zeker niet veroordelen (zoals eerder besproken), eens zelf gered, gunnen we de anderen ook het beste, zelfs de zogenaamde profiteurs. Zoals UG Krishnamurti zou zeggen als iemand hem in de zak zet: Good luck to you, sir.

Rijkdom wordt mooi uitgebeeld door de parabel van de rijke braamplukker van Godfried Bomans. Hij vond dat hij rijk was want hij had het mooiste plafond ter wereld: de hemel. En de mooiste parels ter wereld: de dauw. De koning wou dat zien en vermoordde hem omdat hij vond dat hij gelogen had.

Zo is hij die vindt dat hij rijk is, rijk en niet noodzakelijk wie het meeste geld heeft (al helpt dat wel ;-)). Echte rijkdom, is een gevoel van binnen. Het is raar hoeveel mensen vinden dat ze te weinig hebben, terwijl ze tien keer meer hebben dan mensen pakweg 100 jaar geleden. Waarom vergelijken?

Evenveel hebben daar houdt het ego ook niet van, het wil meer hebben dan de anderen. Het communisme was nobel is zijn doelen, maar de mens was er nog lang niet klaar voor. Dit was een kwestie van geforceerd alles delen, een beetje zoals het geforceerd goed willen zijn van de Christenen. Vaak wordt als argument gebruikt dat niemand nog gemotiveerd zou zijn moest iedereen evenveel verdienen. In deze wereld is dit misschien nog zo. Er is een wereld mogelijk waar werk op zich plezier brengt en wat het opbrengt bijkomstig is.

Maar we zijn een beetje afgedwaald van het eigenlijke onderwerp van dit boek: de staat waarin het verzet is vervlogen. Waarin je dingen verwelkomt in plaats van afwijst, omdat je weet dat het niet jouw afwijzing is die ze zal veranderen maar je aanvaarding. Dit kan heel raar klinken in mensenoren: het is niet je afwijzing die de dingen verandert, maar je aanvaarding.

Die innerlijke toestand van verzet levert niets op, buiten misschien ongezonde reacties in je lichaam (dat kan men misschien eens onderzoeken). Het eerste is aanvaarding, van daaruit kan gehandeld worden. Het eerste wat men moet doen in een panieksituatie is niet panikeren. Dat zullen ook de mensen die het kunnen weten, bevestigen. Als we daar nu ook echt van overtuigd zijn, waarom panikeren we dan toch? Misschien omdat we er toch niet van overtuigd zijn, misschien omdat het sterker is dan onszelf, zoals ze zeggen. Er is een reden om niet te panikeren: er is geen uiteindelijk gevaar. Er kan misschien gevaar zijn voor ons lichaam nu. Maar die nachtmerrie die het lijkt, om ons lichaam te verliezen is wat het woord zelf zegt: een nachtmerrie, geen ultieme realiteit. Opnieuw wil dit niet zeggen dat we ons lichaam niet moeten beschermen. We zullen het juist efficiënter doen zonder te panikeren dan door te panikeren.

Dit geldt niet enkel voor een panieksituatie ook bij situaties die ons irriteren geldt hetzelfde: het is niet je innerlijke afwijzing die het gaat veranderen. De toestand is zoals hij is. Waarom zich irriteren aan iets dat al is? Heimelijk denken we dat onze irritatie de situatie zal veranderen. Hoe kan een negatieve reactie in je lichaam iets aan de buitenwereld veranderen? Misschien zet de irritatie je aan de situatie te veranderen, dat is mogelijk. Waarom zou het niet mogelijk zijn de situatie te veranderen zonder irritatie?

Eigenlijk leren we als kind al dat als we maar ongelukkig genoeg zijn, dat we dan onze zin krijgen. Als volwassene denken we nog altijd dat we met ons ongelukkig voelen, gaan bereiken wat we wensen. We zien niet in hoe dysfunctioneel dit eigenlijk is.

Er zullen natuurlijk van die dagen zijn dat we de weg niet vinden. Vermoeidheid, een opstapeling van kleine irritaties, een ziekte, er zijn veel dingen die het ons moeilijk maken. Deze radicale boodschap die stelt dat het altijd mogelijk is om in harmonie te blijven, kan dan erg brutaal en onmenselijk overkomen. Het kan gebeuren dat je jezelf dan extra verwijten maakt omdat je weer gefaald hebt. Omdat je “gekozen” hebt om ongelukkig te zijn. Het mag duidelijk zijn dat dit de toestand verergert. Wees niet te hard voor je zelf is dan een wijze raad. Alles wat je dan door de dag helpt, is aangewezen. Nadien, in rustigere wateren kom je er wel weer bovenop. Ook als er irritatie bij ons optreedt, is aanvaarding de snelste weg om er weer vanaf te geraken. Door ze weg te drukken, geven we er realiteit aan. Door het toe te laten, ze te erkennen, ze aan het licht te brengen, zal ze verdwijnen. De bewustzijnstoestand die je op een bepaald moment hebt, dient aanvaard te worden, net zoals de toestand buiten je. Indien je in de onmogelijkheid bent om de toestand buiten je te aanvaarden en er irritatie optreedt, aanvaard dan die irritatie in je. Als je ook daar tegen begint te vechten ben je nog verder van huis. Het huis, je thuis, de liefde.

Op sommige momenten kunnen we dit alles ook niet alleen aan. Het mooie aan dit pad is dat je dan ook geholpen zult worden. Alsof je op die moeilijke momenten beroep kunt doen op wat je gespaard hebt in een gemakkelijkere periode, waarin alles op rolletjes liep.

Iedereen hier is op weg naar huis. Daarop zijn er geen uitzonderingen. Sommigen zijn volledig verdwaald, anderen hebben noties, weinigen weten echt de weg.

Een grote verleiding die optreedt bij mensen die noties hebben, is anderen te gaan oordelen. Daarmee vergeten ze één van de belangrijkste principes die ze een paar seconden voordien nog hoog in het vaandel droegen: “Gij zult niet oordelen”.

In zekere zin kunnen we inderdaad een grote aanval van de “Duivel” verwachten, als we hier mee bezig zijn. Hoe dat komt? Het mechanisme van oordelen over andere mensen - en dan heb ik het eerder over veroordelen dan oordelen, een oordeel kan immers nog rechtvaardig zijn, een veroordeling nooit – dat mechanisme is zo diep ingeworteld in ons collectieve bewustzijn dat het zich niet zomaar gewonnen geeft. Het zoekt eerder sluipwegen om dan nog harder terug te slaan.

Oordelen daar hoeft niets mis mee te zijn. Als je baas oordeelt dat jij niet geschikt bent voor een job, dan kan dat hard aankomen maar het kan terecht zijn. Veroordelen betekent iemand als slechter, als minderwaardig beschouwen en dat is per definitie een leugen. Zelfs al ben je moreler dan iemand anders, dat maakt nog niet dat je meer waard bent. Dit moreler zijn dan die ander is een tijdelijke toestand. Het zou kunnen dat jij rijper bent. Is een rijpe appel meer waard dan een appel die aan het rijpen is? Er moeten maatregelen genomen worden om te vermijden dat misdadigers opnieuw misdaden plegen, dat is duidelijk. Maar misdadigers zijn niet minderwaardig.

Het geeft slachtoffers misschien een soort energie hun daders te haten. Ze bevrijden zich echt van hun dader door hem/haar te vergeven. Alleen dan kunnen ze hem/haar vergeten. Een belangrijk iets om te weten over vergeving is dat het ego daar niet toe in staat is. Het ego denkt en redeneert en kan geen kwetsuur onbestraft laten. Alleen in contact met die innerlijke kern die weet dat hij niet gekwetst kan worden, is vergeving mogelijk. Allleen buiten het verstand, als we er niet over nadenken, is vergeving mogelijk. In het Engels zullen ze misschien zeggen: “You must be out of your head”. Dat is exact wat je dient te zijn: “Out of your head”, want in your head zal je nooit vergeven.

Het moeilijkst te verdragen zijn de aanvallen op ons lichaam zelf. Juist dat heeft Jezus met de kruisdood gedemonstreerd: mijn lichaam gaat eraan, maar Heer vergeef het hen, ze weten niet wat ze doen.
Kalmte bewaren in die omstandigheden kan enkel als je de verbinding met de onsterfelijke kern hebt ontdekt. Het is een ontdekking in de ware zin van het woord: de verbinding was er altijd, ze is er bij iedereen, alleen ervaart niet iedereen ze. Zoals Amerika er ook al was vóór Columbus er voet aan wal zette.

Hoe kunnen we die kern ontdekken? Daarover gaat dit boek.

Om terug te komen op de aanval van de “Duivel”. Het is eigenlijk geen duivel buiten ons, hij zit wel degelijk in ons. Als we met deze dingen beginnen, zullen we “de fouten” sneller zien bij een ander dan bij onszelf. “Waarom ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, en de balk in uw eigen oog ziet gij niet?” Het is waar dat ze overal optreden in deze wereld maar ons werkterrein dient ons eigen wezen te zijn. De beste manier om de fouten bij een ander weg te nemen is ze bij je zelf weg te nemen. De fouten van de ander moeten misschien wel niet gecorrigeerd worden, of toch niet op dit moment, niet door jou. Ze kunnen er zitten met een reden. Jij kent niet de weg van die andere ziel. “Verbeter de wereld, begin bij je zelf.” Zo gaat het cliché dat waarheid bevat.

Als we dan weer het woord “werkterrein” gebruiken, denkt men misschien dat er van alles gedaan moet worden. Dit is duidelijk niet het geval. “Kijk mild naar je zelf, kijk mild naar de ander, kijk mild naar de wereld.” Dit zou volstaan. Maar eigenlijk is dit een zeer revolutionaire boodschap, lijnrecht tegenover alles waar het in deze wereld om draait. We willen wel mild kijken naar iemand maar alleen als die iemand ook mild kijkt naar ons. Do ut des. “Hou van je vijanden.” is de omgekeerde wereld. Maar “hou van je vijanden” is de regel van de nieuwe wereld.

Men kan zeggen dat de boodschap van Jezus al tweeduizend jaar gekend is, en dan kijken naar de wereld en zeggen: Wat heeft dat in godsnaam in de wereld verbeterd? Juister zou zijn om te zeggen: De boodschap is tweeduizend jaar geleden in de wereld gebracht, maar nog lang niet gekend. Hoe lang nog? Waar wachten we op?

Men kan zich afvragen wat de kenmerken zijn van iemand die “gevorderd” is. Maar dat is zeer moeilijk te zeggen. Een rangschikking tussen mensen is niet te maken. Het zou ook indruisen tegen de principes van de boodschap zelf. Bovendien is wie het verst verdwaald is, soms dichter bij het doel dan zij die thuis blijven. Dit wordt mooi geïllustreerd door de parabel van de verloren zoon.

In feite is het leven bedoeld om ons de kans te geven verloren te lopen en ons huis terug te vinden, dat we dan meer waarderen dan wanneer we de hele tijd thuis waren gebleven.

Nu is echter de tijd gekomen om ons huis opnieuw te ontdekken.

Misschien valt deze boodschap in dovemansoren. Het zij zo. Het zijn niet deze woorden die essentieel zijn. De boodschap was er al. De mogelijkheid is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Dit is de blijde boodschap in een nieuw kleedje. Hihi.

Wie het voorgaande heeft gelezen, werd misschien overvallen door de bittere ernst van de woorden. Alsof er in dit alles geen plaats zou zijn voor humor. Het tegendeel is waar. Eens goed begrepen hoe vergankelijk en relatief en speels de wereld is, worden zelfs problemen niet meer ernstig genomen.

Men dient zichzelf de vraag eens te stellen: “Wat zou de wereld zijn zonder problemen?” Wie dat goed doordacht heeft, ziet in dat problemen onze bestaansreden zijn. Het is vreemd dat we constant proberen problemen weg te werken, alsof we er vanuit gaan dat we inderdaad de problemen de wereld uit kunnen helpen. I got news for you: de wereld is een probleem van bij de geboorte tot aan de dood. Maar het is geen probleem om ernstig te nemen. De toestand is hopeloos maar niet ernstig.

Hopeloos omdat we er allemaal aan gaan. Niet ernstig omdat er niets verloren gaat. Alleen ons kleine zelf, dat eigenlijk een illusie is. Dat kleine zelf dat schreeuwt: ik wil niet doodgaan, dat zich aan van alles en nog wat vastgrijpt in deze wereld. Dat zo zijn gevoel te bestaan wil creëren. Laat het gaan, het heeft nooit bestaan. Het creëert alleen miserie op lange termijn.

Het is ook niet aan te raden om te hopen. Hopen is per definitie een verwerping van wat er nu is. Alsof dat niet genoeg zou zijn. Als dat je houding is, is dat het gevoel dat je creëert. Blijf in het nu, laat de hoop varen en zie dat alles aanwezig is wat je hartje verlangt. “Het gaat er niet om alles te hebben wat je begeert, het gaat erom alles te begeren wat je hebt.” Zoals Neale Donald Walsch schrijft.

“All there is, is this” zoals Tony Parsons zegt. Waarom nog iets anders willen dan wat is? Het is er al, er kan niets anders zijn op dit moment.

Het is duidelijk dat je bepaalde dingen liever hebt dan andere. Maar je beeldt je in dat je veel meer nodig hebt dan je eigenlijk nodig hebt. “Niets maakt de meester ongelukkig.” Ook uit de boeken van Neale Donald Walsch. Een zeer extreme uitspraak. Wie durft dit van zichzelf te beweren? Dit zou werkelijk het universum uitdagen zijn.

Ik denk dat dit terecht van Jezus gezegd kan worden: Niets maakte hem ongelukkig. Ook wij dienen zo stoutmoedig te zijn om dit te stellen en dan zien wat er gebeurt en of het waar is…

Als het waar is zijn we “meesters van het leven”. Van wie terecht gezegd kan worden: Zij hebben het leven overwonnen.

Er zullen dagen zijn dat er een sluier ligt tussen ons en de waarheid. We zullen geneigd zijn ontgoocheld te zijn, meer dan mensen die hier niet mee bezig zijn en deze toestand als normaal beschouwen omdat ze er zo’n groot deel van de tijd in vertoeven. Het recept om er uit te geraken is steeds hetzelfde. Alles begint met aanvaarding, ook van die lagere energetische toestand. Alles begint met alles los te laten. Je dromen over wie je was, je bezittingen, je huis, je vrouw, je kinderen. Het is niet de bedoeling dit mee te dragen en daaraan je identiteit te ontlenen. Je identiteit is iets heel anders. Je identiteit is een leeg bord waarop dit alles geschreven wordt en waarop dit alles elke dag herschreven wordt. Je vrouw kan je verlaten en een andere kan haar plaats innemen. Je kinderen kunnen doodgaan. Dit is een heel extreem voorbeeld. Maar ook je kinderen bepalen niet wie jij bent. Je hebt er elke dag interacties mee en een leven zonder kinderen is misschien niet hetzelfde als een leven met kinderen. Toch zijn ook dit bijkomende dingen. Het zijn vormen die zich aan jou voordoen. Zoals ook je eigen lichaam, een vorm is die zich aan jou voordoet. Of nog correcter, een vorm die zich aan het leven voordoet. Dat deel van het leven dat zich bewust is van jouw lichaam, dat deel bewustzijn ben jij. Dat bewustzijn is vrij en zonder grens. Als je jezelf aanvoelt als vrij en onbegrensd dan heb “je” het gevonden. Je kan je alleen vrij en onbegrensd voelen in het hier en nu als je dat hier en nu aanvaardt zoals het is. Elke verzet daartegen, is een grens die je optrekt in je, terwijl je eigenlijk onbegrensd bent. Door dat verzet, creëer je de illusie dat er iemand is. Iemand die zich verzet. Je denkt dat jij iets bent dat zich verzet. Je vreest dat je zonder verzet niet meer bestaat. In zekere zin klopt dit: als je je verzet opgeeft, is er niemand meer. Maar dat wil niet zeggen dat je letterlijk dood gaat. Je lichaam blijft bestaan zonder de egokramp. Je lichaam is ontspannen en reageert attent en doeltreffend op de prikkels die het krijgt (als het lichaam in goede gezondheid verkeert). Deze boodschap is niet dat je lichaam perfect zal worden en eeuwig zal leven. Mensen willen soms graag geloven in new age boodschappen die dit beweren. Heb je al eens in de natuur gekeken? Is er ook maar iets dat altijd blijft in dezelfde jonge staat? Of dat altijd groeit? Groei dient gevolgd te worden door verval om plaats te maken voor het nieuwe leven. Alleen kanker blijft groeien. Deze boodschap leert dat je je goed kan voelen tijdens groei en tijdens verval. Deze boodschap stelt dat het leven eeuwig duurt en, omdat jij deel bent van dat leven, ben je deel van die eeuwigheid tot in de eeuwigheid.

Weinig mensen beseffen hoe aangenaam het is om ons te “desidentificeren” van ons uiterlijk leven. We gaan ’s morgens naar ons werk, en we laten onze functie en hoe anderen ons zien even totaal uit ons hoofd glijden. Het is dan zeer verassend om te ontdekken, dat er wel degelijk leven in ons zit buiten die functie die we nu tijdelijk hebben, buiten dat beeld dat anderen van ons hebben en waar ze ons in willen houden. Als we hier ten volle in slagen, voelen we de onbegrensdheid die we eigenlijk zijn. Het is echter geen probleem om dan toch gewoon naar ons werk te gaan en die functie te vervullen. We voelen ons verfrist door het leven zelve en zijn klaar voor een nieuwe dag. Eigenlijk kunnen we dit zelfs de hele dag door blijven doen. En toch blijven we gewoon onszelf. We houden onze job, we houden onze karaktertrekken maar we vallen er uit van zodra we even pauzeren. Gevorderden vallen er zelfs uit terwijl ze aan het werken zijn.

Tony Parsons stelt dat jij als afzonderlijk persoon niets kunt doen om dit te bewerkstelligen. En dat mensen die je technieken aanprijzen weinig oprecht zijn. Deze technieken zijn immers per definitie dualistisch. In die zin dat jij als afzonderlijke persoon iets zou kunnen doen om iets te bereiken. Het is inderdaad zo dat als jij iets gaat doen om iets te bereiken, dat je dan die jij versterkt. En de oplossing is nu juist dat die jij opgelost dient te worden. Er bestaan geen technieken die jij kunt doen om die jij uit te schakelen. Toch hebben verschillende mensen ook in woorden gesproken over dat oplossen van die jij. Ze geven een beeld van hoe het is zonder jij. Ze geven kenmerken. Iedere beschrijving benadrukt bepaalde aspecten. Het is waar dat je uiteindelijk alle paden achterlaat, alle woorden. Je staat met lege handen. Je oordeelt niet meer. Niet meer over jezelf, niet meer over de ander.

Mild voor jezelf, mild voor de ander, mild voor de wereld.

Mild voor een vijand en mild voor een vriend.

Je oordeelt niet, ook niet over iemand die dingen vertelt die totaal tegengesteld zijn aan alles wat hier geschreven staat.

Deze tekst is niet belangrijk.

Vergeet alles en leef zonder beelden.

Het is zeer vreemd hoe vaak per dag we kiezen om ons te storen aan dingen die gebeuren. Het is onze tweede natuur geworden. Ik zeg wel degelijk onze tweede natuur want onze eerste, ware natuur doet dit niet. Onze ware natuur stoort zich niet aan wat er gebeurt. Onze ware natuur gaat mee met de natuur, niet er tegenin. Ons leven wordt dan heel natuurlijk. Opnieuw dient hier herhaald te worden dat dit geen pleidooi voor passiviteit is. Men kan juist zeer actief zijn, omdat er geen energie meer verloren gaat aan irritatie en wrijving. Alles loopt gesmeerd. Ook in omstandigheden die in de ogen van de wereld onverdraaglijk lijken, zeggen we stilletjes in onszelf: “All is well.” Niet als mantra, om onszelf ervan te overtuigen maar omdat het onze diepste overtuiging is.

“All is well” is de grondwaarheid. Hoe raar dit ook mag klinken in deze wereld van oorlog en geweld. We dienen in deze waarheid te ontspannen. We doen dit best als we in rustig vaarwater zijn. Veel mensen leven onbewust en zonder drang naar waarheid als alles goed gaat. Als er dan problemen opduiken, gaan ze plots op zoek. De problemen kunnen dan echter zo overweldigend zijn dat er geen plaats meer is voor deze inzichten. Beter is het, dit alles te onderzoeken en te ontdekken in momenten waar het water nog niet tot aan je lippen staat. Als het water dan begint te stijgen, ben je als het ware getraind om deze visie vast te houden. Het is deze visie die je redt van alles waar je bang voor was: alles is goed.

Waarschijnlijk dient dit beter uitgelegd te worden. Mensen zullen zeggen: Alles is goed? Van welke planeet komt iemand die dat beter? Het antwoord is misschien: van de planeet genaamd liefde.
Laten we samen onderzoeken wat dit juist betekent. Als we zeggen “alles is goed”, wat doen we dan met al het slechte?
Het antwoord is dat we onze waarneming van het slechte veranderen. Een eerste en misschien wel de belangrijkste stap is onze visie op de dood veranderen. Dit hebben we reeds besproken. Alle onze angsten zijn terug te voeren tot die eerste basisangst voor de dood.
Een ander aspect van het goede en het kwade, is onze visie op daders en slachtoffers. We gaan er vanuit dat een dader, een dader is en een slachtoffer, een slachtoffer. Het kan natuurlijk dat een slachtoffer, een slachtoffer is. Een dader is echter per definitie ook slachtoffer, slachtoffer van zijn onwetendheid. Zijn onwetendheid over de eenheid van de mensen. Wie, die echt overtuigd is van de eenheid van de wereld zal nog iemand anders kwetsen? De ultieme waarheid is dat de wereld één is. Er is slechts één van ons. Wat je iemand anders aandoet, doe je jezelf aan. Niemand kan iemand anders aanvallen en zelf in vrede zijn.

Kijk eens bij jezelf naar binnen als je ruzie maakt, als je iemand aanvalt letterlijk of figuurlijk. Is dit een fijn gevoel?

Er zijn misschien mensen die genieten van dit gevoel, tot hun eigen pijn ondraaglijk wordt en ook zij inzien dat er een andere weg moet zijn.

Het ultieme voorbeeld van daders die slachtoffers zijn, zijn de zelfmoordterroristen. Ze geven hun leven voor een hoger doel, ze doden mensen voor een doel, maar zullen er zelf niet meer zijn om het resultaat van hun daden te zien. Ze zijn slachtoffer van een ideologie, van een set ideeën die stelt dat dit de beste manier van handelen is. Deze boodschap stelt dat je alle ideeën laat voor wat ze zijn, ook deze boodschap zelf. En dat je dan in je kijkt wie je bent.

In je voel je de kracht. “May the force be with you” zoals ze in Startrek zeggen. Is het niet wonderlijk dat je spontaan in leven bent? Zonder dat jij daar ook maar iets voor moet doen? Men kan misschien opwerpen dat we moeten eten om in leven te blijven. Maar wie zegt dat dat gevoel van in leven zijn, verdwijnt bij de dood van het lichaam? De wetenschap zegt het, maar is het zo? Het zou niet de eerste keer zijn dat de wetenschap zijn ideeën moet bijstellen. Misschien is het wel zo dat dit uitdooft bij de dood, dat wij er geen deel meer van uit maken. Maar zoals reeds geargumenteerd: wij als afzonderlijke entiteit hebben nooit bestaan. Het leek alleen maar zo.

Zelfs nu al is het het leven dat leeft in ons lichaam, niet wij. Het is natuurlijk moeilijk om dit uit te leggen in woorden. De taal dwingt ons in een bepaalde werkelijkheid. In deze wereld wordt een enorm belang gehecht aan het woord “ik”. Wat als nu zou blijken dat ik een illusie ben. Wat zou dit inzicht met ons doen?

Wat als we volledig inzien dat er geen ik is, in geen enkel lichaam? “In elk lichaam is het leven aan het werk.” Is deze uitspraak niet dichter bij de waarheid?

Als we het ik onderzoeken zien we al snel hoe zwak het is, als het al is. Waarom niet volledig toegeven dat we niet bestaan? Dat er niemand is in ons? Er is leven in dit lichaam, we zijn deel van iets groters. Maar wat zijn wij afzonderlijk? De gedachten in ons hoofd? Ons lichaam? Dat zou een aanname kunnen zijn. Maar dat lichaam is toch ook totaal voortgebracht door het leven zelf? Op welk moment hebben wij beslist dat dat lichaam van mij afzonderlijk is? Misschien toen we de eerste keer zeiden: “Ik heb honger mama!”. Dit is inderdaad gemakkelijk om goed te communiceren. We zouden ook zoals de Indianen kunnen zeggen: “Tom heeft honger”. Op deze manier zouden we al meer benadrukken dat er geen “ik” is maar enkel iets dat als naam “Tom” gekregen heeft. Door het zo te formuleren nemen we die honger minder ernstig. We nemen hem niet meer persoonlijk.

Zo kunnen we op het einde van het leven ook zeggen: “Tom sterft” in plaats van “Ik sterf”. Als “ik” sterf, zal “ik” bang zijn. Als “Tom” sterft, beseffen we dat er slechts een deeltje van het leven ophoudt te bestaan of nog juister verandert van vorm.

Het gaat natuurlijk niet enkel om welke woorden we gebruiken, zelfs als we zeggen: “Ik heb honger”, is er geen ik aanwezig. Er is enkel een lichaam dat deze klanken produceert en iets dat daarvan getuige is. Dit ten volle beseffen, daar gaat het om.

Een interessant psychologisch experiment (Benjamin Libet (1983)), heeft aangetoond dat we ons een fractie van een seconde later bewust worden van wat we zelf zeggen dan het moment waarop we het zeggen. Eigenlijk zijn we dus ook wetenschappelijk gezien enkel getuige van wat we zelf zeggen. Dit kan zeer vreemd lijken voor ons, maar het is wel degelijk zo. Wij zijn niet de baas in ons lichaam, we nemen waar wat er gebeurt.

Dus opnieuw:
“Why not relax and enjoy the show?

We kunnen ook nog eens terugkomen op het denken. Het denken heeft voor ons een buiten proportioneel belang gekregen. Het is een eigen leven gaan leiden in ons hoofd. Het is waar dat het een nuttig instrument is om te functioneren in dit leven. Maar het dient enkel om praktische problemen op te lossen. Hoe laat vertrekt de trein? Hoe laat moet ik dan thuis vertrekken om hem te halen? Dat zijn problemen waar het denken van pas komt. En niet hoe moet ik leven? Want het antwoord op die vraag - als we dan toch een antwoord op die vraag willen - ligt voorbij het denken. Volledig in onze “ik ben - ervaring” zitten, dat is hoe we dienen te leven. In die “ik ben - ervaring” stelt de vraag “hoe moet ik leven?” zich niet meer.

Wat is juist die “ik ben – ervaring”? Het is iets heel simpels. Het staat per definitie ter beschikking van iedereen. Het is gewoon het gevoel dat je leeft. Dat gevoel gaat vooraf aan denken. Dat gevoel zit in alle levende wezens. Het is juist dat, dat wat zo dichtbij ons is (dichter kan niet), dat wat we schromelijk over het hoofd zien, dat het allerbelangrijkste is. Het is dat gevoel, deze kracht, die altijd ter onze beschikking staat, die al onze wonden kan helen, die ons de bevrediging geeft waar we overal, zonder succes, naar hebben gezocht. We hebben het gezocht in geld, in succes, in seks, in de liefde die iemand anders ons gaf. We vergaten te kijken in onszelf, in de onuitputtelijke bron van liefde die daar stroomt.

Het is daar dat we iets vinden dat nooit voorbijgaat. Een kind voelt het, een bejaarde voelt het. Het is dat wat waarschijnlijk ook voorbij de dood blijft bestaan.
Het is eigenlijk niet echt wij die het voelen. HET IS WAT WE ZIJN. ONS DIEPSTE WEZEN. Hoe zou het ons kunnen verlaten, als het is wat we zijn?

We zijn echter, ieder van ons, kampioenen in het verstoren van de connectie met deze universele kracht. We maken ons zorgen om de kleinste dingen. Als iemand zou verklaren dat het mogelijk is om zonder zorgen te leven dan verklaren we die persoon voor gek, in plaats van de mogelijkheid te onderzoeken.

Kom dan, verklaar me niet voor gek en onderzoek de mogelijkheid…

You’ll be surprised!

Hoe komt het toch dat we die connectie opnieuw en opnieuw verstoren, terwijl juist daar onze redding ligt? We geloven niet in een mooie wereld. We kijken verbaasd naar kinderen die nog geen weet hebben van het kwade. We denken bij onszelf dat het enkel komt omdat ze de echte wereld nog niet kennen, dat ze zo positief zijn (uitzonderingen niet te na gesproken). Wat als de wereld een afspiegeling is van hoe wij over de wereld denken? Wat als we allemaal zouden leven met de visie van een kind? Wat zou er dan met deze wereld gebeuren? Het is duidelijk dat we dan een heel andere wereld zouden hebben dan nu het geval is.

De eerste stap om het kwade uit de wereld te helpen, moet dan ook zijn om geen kwaad in het kwaad te zien.

See no evil, fear no evil.

Ik heb in het voorgaande al enkele argumenten aangehaald waardoor het inderdaad mogelijk moet zijn om geen kwaad in het kwaad te zien. Om er twee te noemen: bij de dood gaan we niet echt dood en mensen die kwaad doen, doen dit uit onwetendheid over de echte samenhang van dit heelal. Hoe kunnen we kwaad zijn om vergissingen?

We maken allemaal vergissingen. Vergeef de anderen hun vergissingen en vergeef jezelf de jouwe. Dit ene zinnetje kan de hele wereld omtoveren indien het in de praktijk wordt gebracht.

We verstoren de connectie met de universele kracht op duizend en één manieren maar elke keer komt het op hetzelfde neer: we vertrouwen er niet op dat die kracht de oplossing voor al onze problemen is. Het is te mooi om waar te zijn. We durven niet zonder zorgen zijn. We durven we niet denken dat we altijd gedragen worden. We vinden het nodig om zelf voor onze redding te vechten. We kunnen niet aanvaarden hoe de dingen zijn. Onze niet-aanvaarding van de dingen geeft ons het gevoel te leven. Het echte geluk laten we niet binnen, dat is al te bedreigend. Het echte geluk dat optreedt zonder oorzaak. Stel je voor: iemand die altijd gelukkig rondloopt zonder oorzaak. Dat is toch al te gek. En toch, en toch de mogelijkheid ligt daar…net om de hoek.

In het begin is het misschien gemakkelijker om de connectie te behouden in comfortabele omstandigheden. De grootste winst boeken we echter op het moment dat we ervaren dat we ook in moeilijke omstandigheden deze connectie kunnen blijven behouden. Dan is het nog een kleine stap om in te zien dat we de connectie in alle omstandigheden kunnen behouden.

Het gewoon in leven zijn. Dat op zich is al het grote wonder. Of we nu gelukkig zijn of verdrietig of we ons nu amuseren of vervelen, steeds, op elk moment zijn we er. Dat is de constante: we zijn er. In plaats van te ontspannen in dat zijn dat er altijd is, zijn we bang voor morgen. We zijn bang om te verdwijnen, we zijn bang om niet te krijgen wat we nodig hebben. Wat als de waarheid is dat we nooit verdwijnen? Wat als de waarheid is dat we niets nodig hebben? Wat zou dat met ons doen?

We hebben niets nodig, dat is de radicale boodschap. Zeker niet de bijkomende behoeftes: geld, een job, een huis, een vrouw/man. Zelfs niet de basisbehoeftes: eten, drinken, lucht. We kunnen ontspannen, de strijd is gewonnen, de strijd was eigenlijk zelfs niet nodig. Ontspan dan nu, voel hoe je gedragen wordt als jij ophoudt te spartelen om jezelf boven water te houden. Je drijft op een kracht die je nooit in de steek zal laten. Om nog een stap verder te gaan: Jij bent die kracht.

Deze inzichten brengen de totale ontspanning teweeg. De totale overgave. Wat gebeurt er als we ons totaal overgeven? We zullen niet ter plekke dood vallen. We zullen voelen waar het in dit leven omdraait. We zullen vinden wat we zoeken. We zullen geen antwoorden vinden, de antwoorden die we hadden zullen zelfs verdwijnen maar in die toestand waar we niets nog begrijpen zullen we met plezier vertoeven. De toestand waar we niets nog begrijpen is telkens weer nieuw en fris. Deze toestand laat geen antwoorden toe want antwoorden zijn rigide en dood. Telkens als we een antwoord aannemen, een conclusie voor waar houden, vallen we uit onze “state of grace”. Die state of grace heeft genoeg aan zichzelf en heeft niets anders nodig dan nu, hier, dit.

Vele mensen hebben hier reeds over geschreven, ieder vertelt het in zijn eigen woorden. Daarom lijkt het dat het om verschillende dingen gaat. Wie tussen de regels leest ziet dat ze over hetzelfde schrijven. Het “in het nu leven” van Eckhart Tolle, komt overeen met het “er is niemand” van Tony Parsons. Uiteindelijk heeft dit geen beschrijving nodig. We kunnen zelfs zeggen dat elke beschrijving het verstoort. De beschrijving ervan is immers per definitie onze geest die erover nadenkt en er woorden op plakt. Deze toestand is echter de levensstroom zelf waarin woorden kunnen verschijnen maar enkel om snel weer te verdwijnen.

Ons wezen heeft geen nood aan woorden, het is er vóór woorden opduiken, het was er voor we konden spreken, het zal er nog zijn als we niet meer kunnen spreken. Woorden duiken op in wat we zijn. Wat we zijn is niet uit te drukken in woorden.

Stel je eens voor dat dit alles een droom is. Keer naar binnen en beschouw alles buiten als een droom. Waarom is het een droom? Het is een droom omdat niets van buiten kan raken aan die kern die je bent. Die kern die je bent staat als een huis, is niet te vernietigen. In goede omstandigheden, is hij er, in slechte omstandigheden is hij er. De omstandigheden gaan voorbij als een droom, hetgeen bewust is blijft. Indien je in slechte omstandigheden, geankerd blijft in die kern die je bent, dan zul je echt zien dat omstandigheden zijn wat jij ze laat zijn. Vervolgens ben je vrij van omstandigheden. Dat wordt bedoeld met “liberation”: de omstandigheden hebben geen vat meer op jou. Omdat je erachter gekomen bent wat je echt bent.

Nothing real can be threatened
Nothing unreal exists
Herein lies the peace of God.

(Cursus in wonderen)

Stel dat dat waar zou zijn, wat zou dat veranderen? Het zou willen zeggen dat alles wat wel kwetsbaar is, niet reëel is. Als we dan rondkijken in onze wereld, zien we dat alles juist wel kwetsbaar is: ons lichaam, bomen, huizen, auto’s, alles gaat vroeg of laat kapot. Niets van dat alles zou dus reëel zijn. Een grotere schok is moeilijk denkbaar voor ons mensen. En toch schuilt net daar ook de redding: alle dingen die kwetsbaar zijn, zijn niet reëel. Als een lichaam doodgaat, is er niets verloren. De ware werkelijkheid ligt elders en kan niet bedreigd worden. Hoe zou God bedreigd kunnen worden? God is alles. Wat kan alles bedreigen? Onze angst is dat wij iets apart zijn, iets dat afgescheiden is van God. Dat is echter onmogelijk, God is alles, dus wij zijn deel van dat alles. De basis van onze angst is dus dat we ons zelf zien in de verkeerde dingen: in ons lichaam in de eerste plaats. In onze auto, in onze job, in onze vrouw, in onze kinderen. Als we zouden ontdekken wat we echt zijn, zouden we ontdekken dat we onkwetsbaar zijn. Niet zoals in de film “Unbreakable” waar het lichaam van het hoofdpersonage onbreekbaar is, maar onze essentie, die is het, die onkwetsbaar is.

Wat zou dat met ons leven doen, als dit waar zou zijn?

Wat als er wel genoeg tijd is? Wat als niets ons kan kapot krijgen? Wat als we nergens bang voor hoeven te zijn? Wat als onze angsten enkel boze dromen blijken te zijn?

Weinig mensen leven hun leven met die overtuiging. En het is juist omdat die overtuiging niet toegelaten wordt dat de wereld vol geweld zit. Wat anders dan angst ligt aan de basis van geweld. Het is uit angst dat moslimterroristen in de twin towers gevlogen zijn, in de overtuiging dat ze zo het kwaad konden uitroeien. Het is uit angst dat de Amerikanen op hun beurt “preventief” oorlog voeren in het midden-oosten. Wat als al die angst niet nodig is? Wat als al die angst gebaseerd is op een illusie?

Eén simpel inzicht, met als resultaat een revolutie als nooit tevoren in de geschiedenis van deze planeet.


Voor wie zich al het hele boek afvroeg, wat is nu eigenlijk de essentie van het lam?
Het lam durft zacht zijn omdat het weet dat het onkwetsbaar is.

Epiloog (nog wat zelfonderzoek)

Er zit een levendigheid in mijn voeten. Ik weet niet of het juist is om te zeggen: “mijn voeten”. Ik weet niet of het juist is om te zeggen: “ik”.

“Ik” is een idee dat een lichaam aangepraat werd.

Er is alleen een levendigheid, iets dat zich bewust is van dit lichaam. Iets dat koffie smaakt wanneer het lichaam koffie drinkt.

Wat is dat iets?

Het voelt als iets zonder grenzen. Het voelt als iets dat blijft en onkwetsbaar is.

Is dit ook hetzelfde in andere lichamen?

Waarschijnlijk wel. Dit iets is het leven in alle lichamen.

“Ik” is niet meer, maar het leven gaat onverminderd voort.

Er is geen afscheiding meer, de poorten zijn opengezet en wat binnenstroomt draagt dit lichaam.

De botsing van die stroom en het beperkte lichaam kan soms pijnlijk zijn.

Het lichaam is niettemin een waardevol geschenk om dingen aan den lijve te ondervinden.

Waarheen het leven gaat is onduidelijk maar de aangewezen houding is: “Uw wil geschiede”. In andere woorden: “Ga mee met de stroom.”

De stroom is intelligenter dan gedachten over de stroom.

Zorgen zijn contraproductief en op de keper beschouwd onnodig.

woensdag 27 augustus 2008

Zelfs denken:

"volgende week heb ik vakantie, joepie!"

is een gedachte die lijden creëert.

Het is door die gedachte dat je nu je werk beu bent.

Kijk naar niets uit

en zie waar je nu bent.

Denk niet aan volgende week,

zelfs niet aan het volgend uur

of de volgende minuut.

Denk aan niets.

Laat alles los.

Waarom probeer je iets vast te houden wat verdwijnt?

We klampen ons vast aan ons lichaam

en aan het lichaam van onze geliefde

terwijl beide geen substantie hebben.

Zoek de substantie die wel substantie heeft.

Je zal aangenaam verrast zijn.

dinsdag 26 augustus 2008

Stilte is het hoogste,

geen woord dat daar aan kan tippen.

Geen doodse stilte,

maar een levende tintelende stilte.

Deze levende, tintelende stilte

weet dat alles goed is.

Ze omarmt alle dingen, alle onbestaande dingen.

Deze levende, tintelende stilte

is het enige dat bestaat.


maandag 25 augustus 2008

Soms zou ik willen schreeuwen tegen iedereen:

Wakker worden!

Maar zo werkt het natuurlijk niet.

Ieder dient zelf wakker te worden.

Ieder zal zelf wakker worden.

Wanneer is niet belangrijk.

Vroeger is alleen beter dan later voor jou.

zaterdag 23 augustus 2008

Onderzoek eens waarom je denkt dat je een lichaam bent.

Je neemt nooit je hele lichaam waar.

Altijd neem je een deel waar:

soms voel je je voet,

soms je hand.

Nooit voel je je hele lichaam tegelijkertijd.

Denken dat je dat lichaam bent,

denken dat je lichaam één geheel is,

is een mentale conclusie,

een verkeerde mentale conclusie.

Men heeft je beet genomen.

Je bent geen lichaam.

Er zijn allerlei gewaarwordingen die de illusie van een lichaam creëren,

maar er is geen lichaam.

Dat is waarom je onsterfelijk bent.




Graaf

zoek naar de basis van dit bestaan.

Wie ziet, wie voelt, wie hoort?

Wat is het dat dit alles waarneemt?

Wat neemt je eigen lichaam waar?

Het is dat dat je bent,

niet dat lichaam

dat in gevaar is.

Je droomt dat lichaam.

Je droomt dat je een probleem hebt.

Alles is goed,

dat is de rare rare waarheid.


vrijdag 22 augustus 2008

De zachte revolutie

probeert niets te veranderen

dat is nu juist de revolutie:

Volledig akkoord gaan met alles wat gebeurt

in elk moment.

En als je niet akkoord gaat,

akkoord gaan met dat niet akkoord gaan.

Het slechte dient niet vervangen te worden door het goede.

Het is door die instelling dat je constant het slechte ziet.

Alles ontplooit zich zoals voorzien.

Als je daar volledig van doordrongen bent,

bewijst deze stelling zichzelf.

Er is die vreemde kracht

die er altijd is

in jou, in mij, in iedereen.

Ze is niet van mij

ze is niet van jou

ze is van iedereen.

De kracht is daar

in goede tijden,

de kracht is daar

in slechte tijden.

Alles lijkt erop te wijzen

dat die kracht eeuwig is.

Onze ogen bedriegen ons.

Niemand gaat dood.

De dood is een verkeerd begrepen idee.



De wereld is iets bizars,

denk niet dat je het begrijpt

want dan begrijp je er niets van.

Begrijpen dat er niets te begrijpen valt

dat is het grote begrip.

De wereld als iets alledaags beschouwen

dat is de grote vergissing

van de meeste mensen.


donderdag 21 augustus 2008

Elke nacht verlaten we deze wereld

en creëren we een andere.

Elke dag verlaten we die andere wereld

en creëren we opnieuw deze.

Waarom bang zijn van beelden

die we zelf creëren?


maandag 4 augustus 2008

Er komt natuurlijk

al eens wat narigheid opzetten

in dit aardse leven.

Dat als geen probleem beschouwen

is de oplossing van dat probleem.

Blijf aanwezig

loop niet weg

denk niet had ik maar dit

en had ik maar dat

en was ik maar daar

Wees waar je bent.

Wees jezelf.

Je zelf onderdrukken is niet waar ik het over heb.

De hele wereld

is een storm in een glas water.

Het probleem is

dat wij ook in het glas water

en dus in de storm

lijken te zitten.

Eigenlijk zijn wij het water.


zondag 3 augustus 2008

Eén van deze gedichtjes

zou moeten volstaan.

Het feit dat je er meerdere leest,

wil zeggen dat je er geen één

echt begrepen hebt.

Troost u

het feit dat ik er meerdere schrijf

wil ook zeggen dat ik er geen één

echt begrepen heb.


vrijdag 1 augustus 2008

Not being disturbed by anything

that happens in this world

that is the ultimate.

You may be rotting away with cancer

or you may have a body in perfect health,

that does not make a difference.

Not being disturbed by anything

that happens in this world

that is the ultimate.

I am not claiming

that I have reached that

but I know it is possible

and I know it is the ultimate.